Nieuw boek over architectuur uit de wederopbouwperiode
Met de publicatie van het boek
Licht, lucht en ruimte in Deventer. Wederopbouwarchitectuur 1945 – 1963
wil de Stichting Oud Deventer de aandacht vestigen op het belang van nieuwe architectuur en stedenbouwkundige projecten uit de wederopbouwperiode. Het boek laat zien hoe in Deventer landelijke ontwikkelingen en tendensen hun beslag kregen. De woningen kregen royale vensters om het zonlicht binnen te laten en stonden in een ruime, groene omgeving.
De SOD wil zich bij het beschermen van het erfgoed in de gemeente niet beperken tot datgene wat oud is en al een monumentaal aanzien heeft, ook al is het voor recentere perioden moeilijker te bepalen wat in de toekomst als kenmerkend voor die tijd zal worden beschouwd. In 2013 heeft de SOD daarom al een publicatie verzorgd over de architectuur in Deventer tijdens het interbellum.
Deventer kwam bepaald niet ongeschonden uit de oorlog. De woningnood was aanzienlijk en er moest dus veel gebouwd worden. Beschadigde panden moesten worden hersteld en overal waar plaats was, moesten nieuwe huizen komen, tussen de bestaande bebouwing en in nieuwe wijken op onbebouwde terreinen aan de rand van de stad. Een belangrijk thema in het boek is de wijkgedachte: de wijken moesten zo worden ingericht dat de bewoners zich er thuis zouden voelen en niet verloren gingen in de anonieme grote stad. Een aantal panden en stedenbouwkundige projecten uit die jaren zijn de moeite waard om behouden te blijven. Dat geldt zeker ook voor de royale groenpartijen, die in de nieuwe wijken voor een prettig leefklimaat zorgen.
In deze uitgave worden voorbeelden van de wederopbouwarchitectuur gepresenteerd die duidelijk maken dat gebouwen en stedelijke ensembles uit de wederopbouwperiode bescherming verdienen. Het boek biedt volop kijk- en leesplezier voor iedereen die geïnteresseerd is in de (her)waardering van wederopbouwarchitectuur, die medebepalend is voor het aanzicht van Deventer.
Licht, lucht en ruimte in Deventer. Wederopbouwarchitectuur 1945 – 1963
Redactie: Peter Dekker, Ria de Oude-de Wolf, Coraline Vester en Herman Vrielink.
Fotografie: Erwin Zijlstra e.a. ISBN 9789079701575
Het boek is te verkrijgen in de boekhandel en bij het secretariaat van de Stichting Oud Deventer ([email protected]). Prijs € 17,50 (excl. verzendkosten).
Erfgoedbewaker en luis in de pels; jubileumboek tgv zestig jaar Stichting Oud Deventer.
In 2008 publiceerde de SOD in samenwerking met Corps 9 Publishers het boek Erfgoedbewaker en luis in de pels: zestig jaar Stichting Oud Deventer door Catherine Bolkestein onder eindredactie van Hans van Beeck en Herman Vrielink en beeldredactie van Henk Nalis en met nieuwe foto’s van René Wopereis.
Dit boek beschrijft de ontwikkeling van een club notabelen van vlak na de Tweede Wereldoorlog die monumenten van de ondergang redde door geld voor restauraties te verschaffen tot een groep kritische bestuursleden die de vinger aan de pols houdt.
Uiteengezet wordt waarmee de SOD zich sinds haar oprichting in 1948 bezig heeft gehouden. Daarbij wordt duidelijk hoe essentieel het is om alert te blijven daar waar monumenten in het geding zijn. Voor een levendige binnenstad is verandering uiteraard noodzakelijk om bij de tijd te blijven. Dit mag echter niet ten koste gaan van datgene wat Deventer nu juist zo uniek maakt. Je moet de kip met de gouden eieren niet slachten.
Architectuur in Deventer tijdens het Interbellum
In 2013 publiceerde de SOD in samenwerking met Corps 9 Publishers het boek Architectuur in Deventer tijdens het interbellum. Deze uitgave is geschreven door Peter Dekker, Ria de Oude-de Wolf en Coraline Vester. De redactie werd gevormd door Ria de Oude-de Wolf en Herman Vrielink. De foto’s zijn van Erwin Zijlstra.
In Deventer staan nog heel wat panden die het verhaal vertellen van de periode tussen de twee wereldoorlogen, de jaren waarin de grondslagen werden gelegd van onze huidige samenleving. Er werden toen complete wijken gebouwd voor de fabrieksarbeiders, met scholen en kerken; soms werd daarbij de verzuiling zichtbaar, zoals in het roomse dorp rond de Vianneykerk. De elite trok naar de groene randen van de stad.
Voor de elektriciteit werd een infrastructuur aangelegd met o.a. trafohuisjes, de eerste bioscopen openden hun deuren, het centrum werd aangepast aan de auto, er kwamen laboratoria voor wetenschappelijk onderzoek.
Ook architectonisch zijn sommige panden zeer de moeite waard, met de fantasievolle kenmerken van de Amsterdamse School, zoals verrassend metselwerk en speelse raampjes of de strakke vormen van het Nieuwe Bouwen.
De fraaie foto’s van Erwin Zijlstra geven een goed beeld van dit cultureel erfgoed, mede doordat karakteristieke details extra zijn uitgelicht.
Aanbieding van het eerste exemplaar door de voorzitter en de auteurs aan de wethouder